Ubuntu: Voor een cultuur van delen, vrijgevigheid en solidariteit

Ubuntu is niet alleen een Afrikaanse kijk op de wereld, maar ook een oproep tot barmhartigheid en wederkerigheid met respect voor diversiteit. Het is niet enkel een solidariteitsideaal, maar ook – en vooral voor christenen – een missionaire geest die ons aanspoort om verder te gaan dan onszelf en anderen de hand te reiken in hun vreugde en verdriet.

“De onderlinge afhankelijkheid van schepselen is Gods wil. De zon en de maan, de ceder en de kleine bloem, de adelaar en de mus: het schouwspel van hun ontelbare verscheidenheid en ongelijkheid betekent dat geen enkel schepsel op zichzelf kan staan; elk bestaat alleen in afhankelijkheid van de anderen, om elkaar aan te vullen, ten dienste van elkaar” (Laudato Si 86). Deze woorden herinneren ons aan de universele onderlinge afhankelijkheid van de hele schepping. Dankzij deze onderlinge afhankelijkheid, die de vorm aanneemt van delen, gaat de mensheid samen verder, door lief en leed heen. In een samenleving waar individualisme het lijkt te halen, geeft de Afrikaanse filosofie van Ubuntu een andere kijk op de wereld, gebaseerd op het principe van erkenning: “Ik ben wat ik ben omwille van wat wij zijn”.

Een Afrikaanse kijk op de wereld
In de Afrikaanse samenleving worden de waarden van delen, vrijgevigheid en solidariteit belichaamd in een filosofie van geven die bekend staat als “Ubuntu”. Het is gebaseerd op het principe: ‘ik ben wat ik ben dankzij wat wij zijn’. In bijna alle Bantoetalen verwijst Ubuntu naar het fundamentele geloof dat delen de hele mensheid verenigt. We ontdekken onze eigen menselijke kwaliteiten door te delen met elkaar.
Ubuntu legt sterk de nadruk op respect voor alle leden van de gemeenschap, op gastvrijheid en vrijgevigheid. Zoals Desmond Tutu, gewezen aartsbisschop van Kaapstad en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, aangaf, wordt Ubuntu samengevat in deze zin uit de IsiZulu taal: Umuntu Ngumuntu Ngabantu, wat betekent “een persoon is een persoon door of dankzij andere mensen”, ofwel “ons persoonlijk welzijn hangt af van het welzijn van de mensen om ons heen.” Tutu schotelt ons de vraag voor: “Zou jij de familie van je broer of zus, je verwanten, een miserabel bestaan in armoede laten leiden? Zou jij hen honger laten lijden? En toch sterft er elke 3,6 seconden iemand van de honger en driekwart van hen zijn kinderen jonger dan vijf jaar. Als we ons zouden realiseren dat we één familie zijn, zouden we onze broers en zussen niet zo laten lijden”. In een individualistische samenleving is het vaak erg moeilijk om te begrijpen dat we allemaal hetzelfde lot delen en dat we allemaal deel uitmaken van hetzelfde ecosysteem, waar jouw pijn en je vreugde de mijne worden.
Volgens bisschop Tutu leert Ubuntu ons dat “niemand van ons volledig gevormd ter wereld komt. We zouden niet weten hoe we moeten denken, lopen, praten of ons als mens moeten gedragen als we dat niet van andere mensen hadden geleerd. We hebben andere mensen nodig om mens te zijn”. Voor hem is Ubuntu “de essentie van mens-zijn. Het drukt uit dat mijn menselijkheid onlosmakelijk verbonden is met de jouwe. Het spreekt van heelheid en mededogen. Mensen die Ubuntu hebben, weten dat ze minderwaardig zijn als anderen vernederd worden, als anderen onderdrukt worden, als anderen behandeld worden alsof ze minder zijn dan wat ze zijn. Ubuntu geeft mensen veerkracht, stelt hen in staat om te overleven en menselijk te blijven ondanks alle pogingen om hen te ontmenselijken.”

Onvoorwaardelijke gastvrijheid
Ooit werd Nelson Mandela gevraagd om Ubuntu te definiëren. Hij antwoordde met een anekdote uit zijn eigen leven: “Vroeger, toen we jong waren, stopte een reiziger die door een land trok in een dorp en hoefde hij niet om eten of water te vragen; zodra hij stopte, gaven de mensen hem eten en vermaakten ze hem”. Voor Mandela heeft Ubuntu te maken met deze onvoorwaardelijke gastvrijheid, die vaak voorkomt in de armste culturen, die velen van ons ervaren als we naar andere landen reizen, vooral in Afrika. Je kunt je afvragen: hoe kan het dat iemand die bijna niets heeft de eerste is om buitengewone vrijgevigheid te tonen, en zelfs zichzelf ontdoet van alles wat hij bezit om een vreemdeling te hulp te komen? Is dit niet het evangelie van de barmhartige Samaritaan dat hier werkelijkheid wordt? Voor Mandela betekent Ubuntu niet dat mensen niet rijk mogen worden. De vraag is: ga jij rijk worden zodat de gemeenschap om je heen beter wordt?

Mededogen en wederkerigheid
Ubuntu is alomtegenwoordig in bijna elke regio van het Afrikaanse continent. Deze levensfilosofie is aanwezig in alle aspecten van het dagelijks leven in zuidelijk, centraal, westelijk en oostelijk Afrika bij bevolkingsgroepen van Bantu-afkomst waarvan de talen, hoe verschillend ook, de wortels van dit concept behouden en de betekenissen en principes dezelfde blijven.
In het Kinyarwanda (de Rwandese taal) bijvoorbeeld, verwijst ‘Ubuntu’ naar de persoon (Umuntu) die bezield is door een geest van delen met anderen. Als we zeggen “uyu muntu agira ubuntu”, met andere woorden, “deze persoon is vrijgevig”, dan hebben we het niet over iemand die deelt wat hij overtollig heeft, maar eerder over iemand voor wie delen vanzelfsprekend is, omdat ze niet kunnen rusten als hun broeder of zuster in de mensheid lijdt. Met andere woorden, zeggen dat “Ubuntu de essentie is van mens-zijn” is zeggen dat mijn mens-zijn onlosmakelijk verbonden is met het jouwe. Het spreekt van heelheid, van mededogen.
Verwijzend naar de apartheid in Zuid- Afrika en neokoloniale stromingen, merkte Mandela op dat de praktijk van Ubuntu mensen veerkracht geeft, hen in staat stelt te overleven en menselijk te blijven ondanks alle pogingen om hen te ontmenselijken. Dit zijn vaak mensen die niet stil kunnen blijven staan bij het lijden van anderen, bekend of onbekend, omdat ze het gevoel van menselijkheid begrijpen dat hen verenigt en dat ze niet willen loslaten. In een context waar polarisatie de krantenkoppen haalt, zien we vaak mensen die niet onverschillig kunnen blijven tegenover alles wat de mensheid verdeelt. Ze zijn bereid kosten noch moeite te sparen om mensen te verenigen, hen terug te brengen naar de onderhandelingstafel,… Deze mensen worden gedreven door een sterk medeleven met mensen die gemarginaliseerd worden door politieke, sociale of religieuze systemen. Ze worden gedreven door één ideaal: een persoon is een persoon dankzij andere mensen.
Ubuntu kan omschreven worden als het vermogen van de Afrikaanse cultuur om mededogen, wederkerigheid, waardigheid en menselijkheid tot uitdrukking te brengen in het belang van het opbouwen en in stand houden van gemeenschappen, met rechtvaardigheid en wederzijdse zorg. Deze waarden zijn ongetwijfeld idealen voor elke menselijke cultuur, in Afrika en ook elders.

Een ideaal van solidariteit
De filosofie van Ubuntu heeft diepgaande implicaties voor de visie op de wereld of de menselijke gemeenschap, mensenrechten, relaties tussen mensen en zelfs geloofspraktijk. Als we mens zijn door anderen, dan ontmenselijken we ook onszelf door anderen hun menselijkheid te ontnemen. Vandaar de noodzaak om de rechten van anderen te respecteren en te bevorderen, om vergeving te geven en te ontvangen De ander is niet langer een vreemdeling, maar eerder een broer of zus van wie we moeten houden.
Sommige auteurs, zoals Mbigi en Maree, zeggen dat de toepassing van de Ubuntu-filosofie het inheemse kader van een Afrikaanse cultuur die de gemeenschappelijke solidariteit bevordert, optimaliseert, wat essentieel is voor het overleven van Afrikaanse gemeenschappen. Een Afrikaan is geen geïsoleerd individu, maar een persoon die binnen een gemeenschap leeft. In een omgeving die vijandig kan zijn (oorlogen, klimaat, enz.), is het enkel door deze solidariteit binnen de gemeenschap dat uitdagingen zoals materiële armoede overwonnen kunnen worden, dankzij de samenwerking en onderlinge afhankelijkheid die de zorg en het broederlijk delen in de gemeenschap versterken.
Mandela aarzelde niet om Ubuntu te zien als een manier van leven die de basis vormt van een Afrikaanse samenleving die openstaat voor de wereld en die bereid is om op te treden tegen zichtbaar en verborgen onrecht en om slachtoffers van allerlei aard te steunen. Met andere woorden Ubuntu betekent niet dat mensen een probleem niet moeten aanpakken, maar wel dat ze zich moeten afvragen of wat ze doen de gemeenschap rondom hen in staat zal stellen te bloeien en te groeien. Op deze manier ontketent Ubuntu het vermogen van een Afrikaanse cultuur om zichzelf te regenereren en opnieuw op te bouwen en zichzelf in leven te houden ondanks de vele uitdagingen die in individualistische samenlevingen het einde van een tijdperk zouden aankondigen. Ubuntu is de basis van het Afrikaanse gemeenschappelijke culturele leven. Het drukt de onderlinge verbondenheid, de gemeenschappelijke menselijkheid en de verantwoordelijkheid van individuen ten opzichte van elkaar uit.
Als filosofie is Ubuntu een levensoriëntatie die zich verzet tegen ongebreideld individualisme, ongevoeligheid en onverschilligheid, vooral wanneer anderen het moeilijk hebben. Mensen die Ubuntu echt beoefenen zijn altijd open en stellen zich beschikbaar voor anderen, ze bevestigen anderen en voelen zich niet bedreigd door het feit dat anderen bekwaam en goed zijn. Met Ubuntu hebben we het vertrouwen dat voortkomt uit de fundamentele erkenning dat elk individu deel uitmaakt van een grotere gemeenschap en waarvoor men geroepen is die te ondersteunen. In tegenstelling tot individualistische samenlevingen is de definitie van het individu in Afrika communautair.
Dankzij deze visie op de samenleving kan de persoon die Ubuntu beoefent zijn of haar kansen vergroten door te delen met andere leden van de samenleving en zo zijn of haar status binnen lokale gemeenschappen verbeteren. Enkele voorbeelden illustreren de menselijke waarden van het beoefenen van Ubuntu: het bezoeken van zieken die niet noodzakelijk familie zijn, het condoleren van een nabestaande familie, het adopteren van een wees als eigen kind, het voorzien in voedsel voor de behoeftigen in de gemeenschap, het helpen van ouderen op verschillende manieren en het begroeten van anderen met liefde, vriendschap en mededogen. Dit kan ons terugvoeren naar het evangelie van Matteüs dat ons oproept tot mededogen:

“Kom, jullie die gezegend zijn door mijn Vader; neem bezit van het koninkrijk dat voor jullie bereid is vanaf de grondlegging van de wereld. Want ik had honger en jij hebt mij te eten gegeven, ik had dorst en jij hebt mij te drinken gegeven, ik was een vreemdeling en jij hebt mij opgenomen, ik was naakt en jij hebt mij gekleed, ik was ziek en jij hebt mij bezocht, ik zat in de gevangenis en jij hebt mij bezocht.” (Mt 25, 35-45)

Ubuntu: een missionaire ingesteldheid bij uitstek
In de onzekere politiek-sociaal-religieuze context waarin de wereld zich vandaag bevindt – oorlogen tussen landen of volkeren, conflicten tussen religies, polarisatie,… - kan de cultuur van Ubuntu een uitdaging zijn om na te denken over wat ons verenigt, niet alleen als christenen, maar ook en vooral als mensen. Het is ook een uitnodiging tot verdraagzaamheid, vergeving en solidariteit tussen menselijke gemeenschappen. Want Ubuntu beoefenen betekent je openstellen voor anderen, hen met open armen ontvangen en hen niet zien als een gevaar dat je moet afwenden, maar eerder als een broeder of zuster die je moet beminnen, een metgezel op onze reis door het leven.
Voor Missio – Pauselijke Missiewerken – is het een van haar belangrijkste doelstellingen om deze cultuur van universele solidariteit te bevorderen. Deze solidariteit bezielde ook de eerste christelijke gemeenschappen, ondanks hun geloofsleven in een vijandige en moeilijke omgeving. In een van zijn boodschappen voor de maand van de universele zending van de Kerk – in oktober – schrijft paus Franciscus over hun voorbeeldige solidariteit: “Het zijn echter niet altijd gemakkelijke tijden geweest; de eerste christenen begonnen hun geloofsleven in een vijandige en moeilijke omgeving”.

“Verhalen van marginalisatie en gevangenschap waren verweven met interne en externe weerstand die in tegenspraak leken te zijn met en zelfs ontkenden wat ze hadden gezien en gehoord; maar dit, verre van een moeilijkheid of een obstakel te zijn dat hen ertoe zou hebben gebracht zich terug te trekken of in zichzelf op te sluiten, spoorde hen, integendeel, aan om elk ongemak, elke ergernis en elke moeilijkheid om te zetten in een kans voor missie. Grenzen en obstakels werden ook een bevoorrechte plaats om alles en iedereen te zalven met de Geest van de Heer. Niets en niemand kon buiten deze bevrijdende verkondiging blijven”. (Apostolische Exhortatie Evangelii Gaudium, nr. 279, in 2021).

Deze missionaire inzet komt tot uitdrukking in het jaarthema 2024 van Missio: “Ga en nodig iedereen uit voor het trouwfeest” (Mt 9, 22). De paus merkt op dat de wereld van vandaag ook niet gemakkelijk is, vooral gezien de gevolgen van de opeenvolgende crisissen die de wereld doormaakt, die de verdeeldheid en de polarisaties versterken en die de pijn, de eenzaamheid, de armoede en de onrechtvaardigheden waaronder zoveel mensen al leden, hebben benadrukt en versterkt. Geconfronteerd met deze situatie roept de paus onze gemeenschappen, kerken en families op om zich niet in zichzelf te keren, maar om verder te gaan dan wat ons verdeelt, om staande te blijven en om creatief te zoeken naar alle mogelijke manieren om mededogen te beleven, die ervaring van Gods nabijheid die niemand aan de kant laat staan. Omdat het geloof ons uitnodigt om naar anderen te gaan. De Missiemaand is niets anders dan een oproep tot solidariteit en delen, zodat we elkaar kunnen steunen. Het gaat om de rare stelling die meer woorden vraagt om wederzijdse solidariteit, waarbij ieder het beste van zichzelf geeft voor het welzijn van de ander.
Tijdens de maand oktober nodigt de kerk elke gedoopte uit om na te denken over onze onderlinge afhankelijkheid en onze gemeenschappelijke roeping om elkaar te steunen, door gebed en ook financieel. Fondsen die door Missio worden ingezameld, worden samengevoegd in een universeel kerkelijk solidariteitsfonds om de meest behoeftige gemeenschappen te ondersteunen. Dankzij uw steun kunnen we samen bijdragen aan de ontwikkeling van christelijke gemeenschappen van broederschap en solidariteit. Hiermee werkt Missio aan de bouw van kerken, instellingen voor gezondheidszorg, onderwijs en opleiding, zorg voor de meest behoeftigen… over de hele wereld. God heeft geen andere armen, ogen, oren of benen dan de onze!

Theo Havugimana, directeur Missio-België