Panelgesprek: De toekomst van de missie, de missie van de toekomst?
In het kader van het ‘stadsfestival Barokke Influencers’ zette UCSIA (Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen) een gesprek op met bovenstaande titel. De insteek was vooral de tijd van de missionarissen van de katholieke Kerk in een breder daglicht te stellen en uit te zoeken hoe we ons verhouden tot het missieverleden..
Het christendom – en in het bijzonder het katholieke geloof - is een godsdienst met universele aanspraken. In de zeventiende eeuw leverde de kerk immense inspanningen om het ene, ware, katholieke geloof overal te verspreiden. De ontdekking van nieuwe gebieden en volkeren zette hen nog meer aan missies op te zetten in alle windrichtingen om zieltjes te winnen. Goedschiks als het kon, kwaadschiks als het moest.
In een panelgesprek onder leiding van Sibo Kanobana, docent sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de UGent, trekken we op reis doorheen de tijd op zoek naar wat mensen – missionarissen of kolonisten – beoogden en hoe ze trachtten hun doelstellingen te realiseren. En ook hoe we ons verhouden tot het missieverleden. Welke plaats heeft dit in het licht van de debatten over (de)kolonisatie?
Tijdens dit brede en open debat staan we in het bijzonder ook stil bij de rol van de jezuïeten. Zij hebben van bij de oprichting van hun orde een van de meest gesofisticeerde missienetwerken opgericht en zijn ook vandaag nog actief in tal van missies. Bovendien laten ze steeds weer een heel eigen stem klinken binnen de kerk, toen en nu, en drukken ze met paus Franciscus zeker hun stempel op het geloof.
Nogal sterk polariserend daagt de moderator Sibo Kanobana, de panelleden uit. “Waren de missionarissen niet te veel kolonisten in plaats van zendelingen die het goed meenden met de mensen? En is het daardoor niet misgelopen? En is de Kerk niet veel te lang een witte Kerk geweest? Franciscus is de eerste niet-Europese paus, is dat een nieuw begin binnen de katholieke kerk?
Idesbald Goddeeris, hoogleraar geschiedenis aan de KU Leuven, pikt er onmiddellijk op in en haalt de jezuïet Gaël Giraud aan: “Ik hoorde onlangs in een podcast de Franse jezuïet en econoom het volgende zeggen: « La grande idée du christianisme est une expérience spirituelle de libération à l’égard de toutes idolatries politiques qui nous maintienent dans la servitude » De jezuïet laat zich inspireren door het christendom om een menselijk samenzijn te bedenken dat niet teert op uitbuiting en uitsluiting van zowel de medemens als de natuur.
Het christendom is inderdaad ontstaan als een protestbeweging die stond voor liefde en bevrijding binnen de gewelddadige imperiale context van het Romeinse keizerrijk. Giraud benadrukt dat het christendom een potentieel tot bevrijding in zich draagt. Hij ziet vandaag de dag vele mensen als slaven van de consumptiemaatschappij en het christendom kan hen daarvan bevrijden.”
Goddeeris beaamt dat er wel veel is misgelopen bij de missionering maar benadrukt ook dat niet alles misliep. “Vele missionarissen zijn er in geslaagd de harde kanten van de kolonisten te verzachten. Het organiseren van onderwijs, gezondheidszorg,… verbeterde het leven van de lokale bevolking. De echte kolonisten beoogde dat niet. Ze waren uit op macht en rijkdom en vonden het onderdrukken van de lokale bevolking daarbij niet altijd een probleem. Vele missionarissen – de goede appels in de mand - zagen dat anders. Ze gaven letterlijk hun leven voor de mensen. Velen zijn ook (bijna) nooit teruggekeerd naar hun familie.”
En Goddeeris vervolgt: “Natuurlijk zijn er ook verbanden te leggen tussen missionering en kolonisatie. De superioriteitsgedachte vanuit Europa was vaak ook hun denkkader en die werd ook door missionarissen wel eens gepropageerd, wat tot spanningen en conflicten aanleiding gaf. ”
Theo Havugimana, directeur Missio België en priester in Haacht van Rwandese origine, vult aan: “De Kerk is altijd al missionering geweest. Dat is net de zending van de Kerk van bij de aanvang. En Franciscus was niet de eerste niet-Europese paus. Petrus was zeker de eerste. Na Paulus volgden er nog meer dan 10 die niet uit Europa kwamen. Onder hen waren er enkele van Griekse, of Noord-Afrikaanse origine. Hij was geen Europeaan. Zo is de Kerk dus zeker niet als witte Kerk begonnen, maar er is inderdaad een tijd geweest dat de blanken het voor het zeggen hadden omwille van verschillende redenen (kolonisatie, enz.). Maar er is een positieve evolutie. Tijdens het Eerste Vaticaans Concilie (1869-1870) was meer dan 99% van de aanwezigen blank. Het Tweede Vaticaans Concilie, een eeuw later, gaf al een heel ander beeld. En de bisschoppensynode die nog loopt tot oktober volgend jaar, verruimde nog de participatie en was niet langer beperkt tot bisschoppen en tot mannen. Dat was duidelijk zichtbaar tijdens de bijeenkomst in oktober laatstleden. Dat toont toch aan dat er iets beweegt in de Kerk.”
Hij beaamt ook dat de Kerk van de kolonisatie profiteerde; “De kerk gebruikte ook wel eens de economische voordelen van de kolonisatie, ze misbruikte ze soms ook wel. De Kerk werd door de kolonisten soms ook wel misbruikt om de macht van geld en superioriteit van de Westerse wereld te doen gelden.”
Maar Havugimana benadrukt dat de diversiteit die we vandaag meer dan ooit zien, geen probleem hoeft te zijn. “Diversiteit is eerder een uitdaging dan een probleem. Het kan een verrijking voor ons allemaal zijn. Die kans moeten we grijpen en diversiteit niet bestempelen als een bedreiging of probleem van onze maatschappij.”
Goddeeris vult nog even aan: “Stellen we de Kerk niet witter voor dan ze is? De Jezuïetenorde is vandaag voor een kwart ‘gekleurd’ door Indische jezuïeten. Hoeveel congregaties worden vandaag niet geleid door een man of vrouw van buiten Europa? De Scheutisten worden geleid door Charles Phukuta, een Congolees, en de zusters van de Jacht worden geleid door een Indische zuster, om er maar enkele te noemen.”
Nozizwe Dube, van Zimbabwaanse origine en nu doctoranda International & European Law aan de universiteit van Maastricht, reageert nog even op de superioriteitsgedachte in de kolonisatieperiode: “De Kerk heeft de ontdekkingsdoctrine altijd ook gehanteerd en goedgekeurd. Dat betekende dat je als ontdekker eigenaar wordt van hetgeen je hebt ontdekt. Met deze gedachte werden Spanjaarden en Portugezen op ontdekkingsreis gestuurd. Dat was het begin van de kolonisatie. Het zou een mooi gebaar zijn dat de Kerk zou toegeven dat dit niet de juiste manier was.”
Sibo Kanobana werpt op dat het wel eens klinkt dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens eigenlijk de christelijke boodschap is in een seculier jasje: “De Verenigde Naties lijkt de Kerk van vandaag te zijn en de Mensenrechten lijkt misschien wel te worden gelezen als een geseculariseerde ‘bijbel’. Is dat zo?”
Dube: “Mensenrechten worden wel eens voorgesteld als links. Ze worden vaak door linkse bewegingen aanbevolen als de te volgen weg. Ik noem ze liever conservatief. Toen ze in 1948 werden omschreven en begon met de woorden ‘We, the people…’ leek het voor alle mensen. Maar wie zijn deze ‘the people’, wie zijn deze mensen? Enkele jaren later kwam er het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Mijn rechten (als vrouw van Afrikaanse origine, nvdr) stonden er niet in. Er werd ook niet gesproken over zelfbeschikking. Gelukkig zijn er doorheen de jaren correcties, aanvullingen gebeurd zodat deze mensenrechten meer en meer voor alle mensen van toepassing zijn.”
En Dube vervolgt: “Maar er is nog een lange weg te gaan. Vandaag de dag zijn binnen de organen van de VN nog steeds niet alle landen gelijkwaardig. Denk maar aan de samenstelling van de VN-veiligheidsraad waar er vijf permanente leden (China, Frankrijk, Rusland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk) – geen enkel Afrikaans of Latijns-Amerikaans land – zijn, aangevuld met tien andere landen, telkens voor een periode van twee jaar. En dan is er nog het veto-recht van die permanente leden. Er is dus nog een lange weg te gaan naar gelijkwaardigheid van elke natie. En ook voor de klimaattop hebben de landen uit het zuidelijk halfrond, die de meeste gevolgen hiervan dragen, nog veel te vaak te doen wat de landen uit het noordelijk halfrond zeggen.”
“Maar wat is nu de missie van de toekomst?” opperde een aanwezige.
Theo Havugimana: “De Kerk moet een Kerk van nederigheid zijn. Het gaat niet over mij. Laten we de schoonheid van de eenvoud (terug) ontdekken. En hopelijk kunnen we de vreugde ontdekken als minderheidskerk. Het komt er niet op aan de grootste te zijn, maar wel eerlijk, authentiek, zonder te willen overtuigen. Dat moeten we als Kerk beogen, met respect voor lokale verschillen en tradities. Kerk is missie, dat is altijd zo geweest, maar vandaag de dag misschien niet altijd zo zichtbaar. We mogen de oorsprong van de Kerk niet uit het oog verliezen. Er is geen kerk zonder missie.”
En Nozizwe Dube vult aan: “En laten we trachten in het reine te komen met het verleden. Dat geldt niet enkel voor de Kerk, maar ook voor bijvoorbeeld de Verenigde Naties. Het zou een mooi gebaar zijn als die expliciet wordt gezegd.”
Tom Heylen