Dinsdag 9 januari 2018 was een beetje een historische dag. Noord-Koreaanse en Zuid-Koreaanse leiders onderhandelden toen 11 uur lang met elkaar. De gesprekken gingen door in een dorp op de grens tussen beide landen, in de zogenaamde gedemilitariseerde zone. De Zuid-Koreaanse kerk is in elk geval hoopvol.

Vrede garanderen

De belangrijkste conclusie uit de onderhandelingen is dat beide landen de vrede op het Koreaanse schiereiland willen garanderen. Kanttekening daarbij is dat Zuid-Korea aanstuurt op een fundamentele oplossing voor het (nucleaire) wapenarsenaal dat Noord-Korea bezit, maar deze laatste heeft daar geen oren naar. Voor Noord-Korea zijn de destructieve wapens geen onderwerp van gesprek met de zuiderburen. De Noord-Koreaanse wapens zouden immers enkel gericht zijn op de Verenigde Staten en de Zuid-Koreanen kunnen daarom op beide oren slapen, aldus Noord-Korea. Toch wordt een militaire telefoonlijn tussen beide landen op 10 januari 2018 opnieuw in gebruik genomen. Definitieve rust of vrede is dus misschien nog niet voor meteen.

Olympische Spelen

Toch is de Zuid-Koreaanse kerk hoopvol. Het gegeven dat beide landen weer met elkaar (kunnen) praten, doet de hoop al heropleven. Tijdens de onderhandelingen beslisten Noord- en Zuid-Korea ook dat Noord-Koreaanse atleten welkom zullen zijn op de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea. Ook verslaggevers uit Noord-Korea mogen komen. De Zuid-Koreaanse bisschop Lazarus You Heung-sik hoopt dat de deelname van Noord-Koreaanse atleten helpt vooroordelen af te bouwen. Sport en cultuur verenigen mensen, over grenzen en spanningen heen. Misschien ziet iedereen zo eindelijk in dat wapens geen sleutel tot vrede zijn.