De missie van onze Kerk, een zaak van ons allemaal

Naar aanloop van Missiezondag (18 oktober 2020) gaven Monseigneur Rugamba, aartsbisschop Dal Toso en priester Tadeusz J. Nowak een persconferentie. Lees hier de hoogtepunten.

  • Monseigneur Protase Rugamba is secretaris van de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren
  • Aartsbisschop Giampetro Dal Toso in internationale voorzitter van Missio
  • Priester Tadeusz J. Nowak is secretaris-generaal van het Pauselijke Missiewerk voor de Voortplanting van het Geloof


Vreugde

De viering van Missiezondag is voor de universele katholieke Kerk een groot moment van vreugde. In deze coronatijden is dat niet anders, ook al zal de viering ongetwijfeld een ander karakter krijgen. Ondanks de tegenslagen en barre tijden, stopt de missie die Jezus aan de Kerk toevertrouwde nooit en moeten we niet bang zijn. Dankzij de kracht van de heilige Geest zal de missie altijd voortgaan.

Concreet antwoord

In zijn boodschap voor Missiezondag wees paus Franciscus erop dat elk van ons geroepen is bij te dragen aan die kerkelijke missie. In oktober 2019, buitengewone missiemaand, werd hierop extra ingezet onder de slogan “Gedoopt en gezonden”. Dit jaar gaan we op hetzelfde elan verder. Elk van ons is geroepen om een concreet antwoord te geven op Gods roep bij te dragen aan de missie van zijn Kerk. Laten we in de voetsporen van Jesaja treden: “Hier ben ik, zend mij!”.

Doopsel

God heeft ons zijn Zoon gezonden en stond altijd aan zijn zijde. Op dezelfde manier zendt Hij ons naar zijn Zoon en is Hij ons nabij in de kracht van de heilige Geest. De Geest is in ons uitgestort tijdens ons doopsel en van daaruit zijn wij allen hoofdspelers in de zending van de Kerk. Daarom nodigen we elke gedoopte, samen met paus Franciscus, uit om actief bij te dragen aan de evangelische zending van de Kerk. Meer dan ooit heeft onze wereld nood aan de Blijde Boodschap.

Verbondenheid

Sinds oudsher dragen kerkgemeenschappen wereldwijd middels de kerkcollectes voor Missiezondag bij aan het universele solidariteitsfonds van Missio. Zo wordt Missio ten volle een netwerk van gebed, liefdadigheid en vorming; een beweging die bijna twee eeuwen geleden begon. Het gaat daarom ook niet om een financiële transactie van noord naar zuid, maar om een diepe wereldwijde verbondenheid waaraan iedereen bijdraagt. Missio staat voor gemeenschap en wisselwerking. Dankzij de ingezamelde fondsen ontstaat wereldwijd een warme Kerk.

Noodfonds

Het noodfonds dat paus Franciscus opende om kerkgemeenschappen te ondersteunen tijdens de coronapandemie is een mooi voorbeeld van die wereldwijde solidariteit. Vandaag kregen zo’n 250 projecten steun, voor een totaalbedrag van 1.299.700 dollar en 473.410 euro. Alle Missio-landen droegen een steentje bij, ook de kerkgemeenschappen die het zelf niet breed hebben zoals die van Rwanda of Bangladesh.

Gebrek aan collectes

Tijdens de pandemie kregen veel kerkgemeenschappen het moeilijk door de sluiting van kerken en het verbod op erediensten. Veel kerkgemeenschappen zijn immers afhankelijk van kerkcollectes en giften, wat volledig wegviel. Daarom hadden bisdommen, priesters en religieuze gemeenschappen steun nodig om te overleven en brood op de plank te hebben. Maar ook het onderwijs kreeg steun, net als kwetsbare leden van de samenleving.

Bijzonder jaar

Het Pauselijke Missiewerk voor de Voortplanting van het Geloof biedt lokale kerkgemeenschappen de mogelijkheid om te groeien en mensen nabij te zijn. Dit werk beleeft een bijzonder jaar. 26 mei jongstleden werd immers een mirakel van de eerbiedwaardige Pauline Jaricot, die aan de grondslag ligt van het werk voor de Voortplanting van het geloof, goedgekeurd. Zij zette zo een bijzondere stap richting zaligverklaring. Maar haar relevantie voor vandaag is groter. Als jonge vrouw richtte zij een netwerk van gebed en liefdadigheid op om de zending van de Kerk een duwtje in de rug te geven.

Wonderlijk voorbeeld

Daarom is zij tot op vandaag voor ons een wonderlijk voorbeeld. Als geen ander wijdde zij haar leven aan het gebed en sociale rechtvaardigheid vanuit haar geloof. In 1826 startte zij met “de levende rozenkrans”, een gebedsnetwerk dat tot op vandaag voortgaat. De rijkdom van haar familie stelde ze ten dienst van de armen. Helaas maakten mensen waarin zij vertrouwen had, daar misbruik van en hield ze niks over. Maar ondanks die tegenslagen twijfelde Pauline Jaricot nooit aan Gods voorzienigheid. Nooit stopte ze met bidden en anderen helpen, in het bijzonder de mensen die de Blijde Boodschap nog niet kenden of Christus nog niet ontmoet hadden. Laat haar daarom vandaag een bron van inspiratie zijn, vooral voor de leken onder ons. Zij wist wat het betekende om Gods genade, ons geschonken in het doopsel, door te geven en zo mee te werken aan de zending van onze Kerk én mee te bouwen aan het Rijk van God.


Meer lezen