Boodschap van de paus voor Missiezondag

Op zondag 9 juni 2019, Pinksteren, zond paus Franciscus zijn boodschap voor Missiezondag de wereld in. Pinksteren herinnert ons immers als geen ander feest aan onze zending als gelovigen. De gave van de heilige Geest moet ons helpen missionaire leerlingen van Jezus te zijn, het geloof naar alle hoeken van de wereld te dragen.


Vernieuwing

Aan het begin van zijn boodschap herhaalt paus Franciscus dat hij droomt van een vernieuwing van het missionair bewustzijn. Dat is immers het opzet van de buitengewone missiemaand die eraan komt in oktober 2019. Paus Franciscus hoopt van een nieuwe evangelische impuls en een vernieuwd missionair engagement. Maximum Illud, de apostolische brief van paus Benedictus XV die 100 jaar geleden geschreven werd, kan ons daarbij helpen.


Herontdekking

De buitengewone missiemaand, met een hoogtepunt op Missiezondag, wordt dus een ontdekkingstocht. Een herbronning, om opnieuw te ontdekken wat God van ons vraagt. Eerst en vooral moeten we opnieuw beseffen dat we het geloof krijgen, Gods genade ontvangen en dat onze wedergeboorte in het doopsel hier een climax van is. Dat geloof beleven we in relatie met de Vader, Zoon en heilige Geest; maar ook in relatie met de Kerk. Paus Franciscus beklemtoont dat niemand God als Vader kan hebben, zonder de Kerk als moeder te hebben. Vanuit die liefdevolle ervaring kunnen we niet anders dan het geloof als schat aanbieden aan anderen.


Liefde

De liefde waarin we delen, vraagt ons dan ook met beide voeten in de wereld te staan. Het geloof helpt ons die anders te bekijken, want nu aanschouwen we de dingen met Gods hart en Gods ogen. Hij geeft ons de hoop om naar een gemeenschappelijke horizon toe te werken, om zijn liefde te verspreiden. Die liefde mogen we elke keer weer ervaren in de sacramenten, in het bijzonder in de eucharistie. En het is onze zending om haar tot het einde van de aarde te brengen.


Gave

Zijn Gods liefde en genade een gave, dan zijn wij allen geroepen ook onszelf aan anderen te geven. Paus Franciscus vergelijkt onze missie met die van geliefden. Telkens weer treden ook zij uit zichzelf, ze geven telkens opnieuw zichzelf aan de ander. Geliefden worden aangetrokken, maar trekken zelf ook aan. Zo moet het ook gaan met onze zending als gelovige, delend in de onvoorwaardelijke liefdesgave van God. We moeten immers iedereen de kans geven deze liefde te ervaren, zich kind van God te voelen.


Universeel

Zo komt paus Franciscus bij de universele dimensie van Gods zelfgave en dus van de Kerk. We hebben een zending naar alel volkeren toe, ook naar wie God nog niet kent. Hij keert zich daarbij af van nationalisme of etnocentrisme, zoals ook Benedictus XV dat deed in Maximum Illud. Overal moeten we getuigen, in de hoop dat anderen zich aansluiten bij de Kerk. Maar wel in alle openheid: met respect voor de vrijheid van elke persoon en in open dialoog met culturen en religies. Ons geloof is een schat, geen product dat we moeten opdringen of verkopen.


Maria

Maria, Moeder van Jezus en van de Kerk, kan een voorbeeld zijn voor ons. Als geen ander werkte zij mee aan de zending van Jezus, van de incarnatie tot onder het kruis. Zij wil mensen uitnodigen ook kinderen van God te worden, broeders en zusters van elkaar.


Missio

Ten slotte haalt paus Franciscus de rol van Missio aan. Missio staat als wereldwijd netwerk te dienste van de universaliteit van de Kerk en van de paus zelf. Missio helpt in wereldwijd gebed, de basis van alles. Door onderlinge solidariteit maakt Missio de missionaire Kerk mogelijk, tot aan de uiteinden der aarde.
Lees de volledige boodschap van de paus in het Frans of het Engels.