Advent

Adventstijd: Tijd van hoop, verbondenheid en missie

Het woord ‘advent’ komt van het Latijnse woord ‘adventus’, dat ‘komst’ betekent. Adventsperiode is voor christenen een voorbereidingstijd van verwachting op de komst en wederkomst van Jezus. De advent start vier zondagen voor Kerstmis. Dit jaar loopt de adventstijd van zondag 27 november tot en met donderdag 24 december (Kerstavond). Maar wat betekent Advent eigenlijk?

Veel meer dan louter voorbereiding

Advent wordt vaak beschreven als een tijd van voorbereiding op Kerstmis. Maar er is veel meer dan dat. De voorbereiding heeft een dubbel karakter: toeleven naar het vieren van Kerstmis dat ons wijst naar de geboorte van Christus, en uitkijken naar de wederkomst van Jezus aan het einde der tijden. Enerzijds bereiden we ons voor op het vieren van de geboorte van Christus als een historische gebeurtenis die meer dan 2000 jaar geleden plaatsvond in de geschiedenis van de mensheid. Anderzijds kijken we uit naar de tweede komst, de wederkomst, van Jezus. Zo helpt Advent ons in deze, onze, tijd intensief te leven met onze ogen gericht op een toekomst met God.

Op elke adventszondag wordt dit dubbel karakter benadrukt. Bijvoorbeeld in het dankgebed van de eerste prefatie in de adventstijd: “Heilige Vader..., wij zullen U danken altijd en overal, door Christus onze Heer. Bij zijn eerste komst te midden van de mensen is Hij mens geworden zoals wij, om te doen wat Gij eens hebt beschikt, nog voor de tijd begon. Hij werd voor ons de weg, die leidt naar het eeuwig heil. Eens komt Hij weer in heerlijkheid. Dan worden al zijn gaven openbaar, waarop wij nu reeds met vertrouwen durven hopen.” (Missaal voor zon- en feestdagen, Prefatie Advent I).

Advent opent de ogen van ons hart en onthult ons wie we eigenlijk zijn: als christenen zijn we in deze wereld, maar we zijn niet van deze wereld. Christenen zijn, zoals Paulus aan de Filippenzen schreef, “burgers van het Koninkrijk van de Hemel” (Fil 3:20). We zijn dus passerende mensen, door God geroepen om ons korte verblijf op aarde zo vruchtvol mogelijk te maken door onze woorden en daden. Maar onze uiteindelijke bestemming is God. Daarom benadrukt de liturgie van de adventstijd de woorden zoals: uitkijken, alert zijn, waakzaam zijn, zich voorbereiden, enz.

Waakzaamheid, Bereidheid, Vreugde en Hergeboorte

 Advent telt vier zondagen, elk gekleurd met zijn eigen specifieke karakter. De eerste zondag heeft altijd als thema: waakzaamheid. Het ‘einde van de tijden’ staat centraal in de lezingen van deze zondag. De Heer komt! Niemand weet wanneer. Dus een appel: wees waakzaam! De eerste adventszondag is ook de eerste zondag van het nieuw liturgisch jaar. Op de tweede zondag luidt de oproep van Johannes de voorloper van Christus: ‘Bereidt de weg van de Heer.’ De derde zondag wordt volgens de traditie Gaudete zondag genoemd naar de oude introïtus ontleend aan een vers uit de Brief van Paulus aan de Filippenzen (4:4). In deze vers roept de apostel Paulus de
verwachtende gemeenschap op tot vreugde: “Verheugt u altijd in de Heer, ik herhaal het, verheugt u! Dat uw bescheidenheid aan alle mensen bekend worde, want de Heer is nabij. Weest om niets bekommerd, maar laat al uw verlangens aan God kennen door het gebed.” De boodschap van de vierde zondag is gericht op de Maagd Maria en de geboorte van haar zoon.

Missie: Bezinning en aandacht voor de naastenliefde en verbondenheid

Advent is een tijd van verwachting. Maar het is geen passief wachten op wat ons overkomt. Een christen moet actief afwachten. Het is iemand die warmte en licht brengt in deze koude, donkere en onzekere tijd door zelf naastenliefde, verbondenheid, hoop en solidariteit te scheppen. De verleiding is te groot voor veel mensen om te denken dat Advent de tijd is van uiterlijke massale voorbereidingen. Wat meer telt, is de voorbereiding van ons hart. Door kleine gebaren die onze naasten blij maken, bereiden we ons voor op Kerstmis: een telefoontje, een gebedje, een kaartje, een klein woordje van dankbaarheid! Zo veel kleine en soms onzichtbare dingen die het verschil maken. Men zegt dat de schoonheid van het leven ligt in zijn eenvoud.

In kerken en huizen zijn de krans en de vier kaarsen de meeste opvallende symbolen van de adventstijd. De kaarsen symboliseren het licht gebracht door de geboorte van Christus. Het is het licht van de kerstnacht. Dat is geen louter symbool. Het is een uitnodiging om Jezus toe te laten in ons leven, als Gods licht voor alle mensen, vooral voor wie het moeilijk heeft. Elke keer dat we een nieuwe kaars aansteken in stilte, denken we aan al die mensen die van dichtbij of ver weg onze steun nodig hebben. Er zijn veel mensen die dag en nacht blijven kijken naar aan de horizon om te zien of er lichtstralen kunnen zijn om hun leven te verlichten. Tijdens deze tijd worden we uitgenodigd om na te denken over al die mensen in moeilijkheden. Hierbij klinken Jezus woorden: “Komt, gezegende van mijn Vader, en ontvangt het rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht!” (Mattheüs 25:33-40).

De advent is een tijd van bezinning over de zin van het leven, over ons zijn en ons bestaan, over onze zending als christenen. Het is een tijd van bewuster stil te staan over wie we zijn voor de mensen rondom ons, dichtbij of ver weg. Dus geen passief afwachten... maar wel actief zich engageren voor de naastenliefde. In deze onzekere tijden, moge elke brandende kaars een boodschap van liefde, verbondenheid en solidariteit zijn voor ieder van ons.


P. Théogène Havugimana
Nationaal directeur van Missio België   advent