22 missionarissen gedood in 2021

In de loop van 2021 werden wereldwijd 22 missionarissen gedood: 13 priesters, 1 mannelijke religieus, 2 vrouwelijke religieuzen en 6 leken. In Afrika vallen de meeste slachtoffers te betreuren, met 11 vermoorde missionarissen (7 priesters, 2 religieuzen en 2 leken). In Amerika zijn het er 7 (4 priesters, 1 religieus, 2 leken), in Azië 3 (1 priester, 2 leken). Ook in Europa viel één slachtoffer: op 9 augustus 2022 werd priester Olivier Maire, provinciaal van de montfortanen, vermoord in Frankrijk. Tussen 2000 en 2020 werden al minstens 536 missionarissen vermoord.

Het gaat hier niet enkel om mensen die een specifieke missionaire zending opnamen. Het gaat om katholieken met een kerkelijk of pastoraal engagement die bewust getuigden van hun geloof en op gewelddadige wijze om het leven kwamen, al dan niet uit haat tegenover het geloof. Daarom zijn de slachtoffers niet per se martelaren, tenzij vanuit hun rol als getuige. En elke gedoopte is geroepen om getuige te zijn, precies vanuit het doopsel. Elke gedoopte wordt een missionaire leerling van Jezus, wat zijn of haar functie in de Kerk ook is. Elke gedoopte is een actieve deelnemer aan de evangelisatie van de Kerk.

De vermoorde missionarissen hadden niet noodzakelijk een bijzonder engagement. Ze getuigeden ‘eenvoudigweg’ van hun geloof in hun eigen context, vaak getekend door geweld, sociale ongelijkheid, uitbuiting, moreel of ecologisch verval, misbruik, gebrek aan respect voor de menselijke waardigheid of het menselijke leven … Al deze priesters, religieuzen en leken waren zich terdege bewust van dit leed. Het liet hen niet onverschillig, maar ze waren evenmin naïef. Toch konden ze niet anders dan tegengewicht bieden en getuigen van hun geloof. Elke dag weer deelden ze zaden van christelijke hoop met hun broeders en zusters, ongeacht de risico’s, de angsten, het geweld.

Het gaat om parochiepriesters in Afrika en Amerika die werden gemarteld of ontvoerd door criminelen op zoek naar een onbestaande schat of op zoek naar losgeld. Het gaat om mensen die het zwijgen werd opgelegd, omdat ze zich verzetten tegen een misdadig beleid. Het gaat om priesters met een grote sociale inzet, zoals in Haïti, die gedood worden om de weinige middelen die ze hadden voor hun sociaal werk te stelen. Het gaat om christenen die gedood worden door de mensen die ze willen helpen, zoals in Frankrijk of Venezuele, waar een religieuze leerkracht werd vermoord op de school waar hij jongeren een toekomst wou schenken. En het gaat om heel wat leken: Zuid-Sudanese catechisten gedood door gewapende milities; jongeren in Myanmar die vluchtelingen wilden helpen; iemand die brutaal werd vermoord omdat hij een telefoon stal in Peru; een jonge man die tijdens zijn missie op een landmijn terecht kwam in de Centraal-Afrikaanse Republiek; een catechist die opkwam voor mensenrechten in Mexico …

Geen van hen kon anders dan te getuigen van een God van liefde en zo elke dag opnieuw geweldloos te vechten tegen arrogantie, geweld en oorlog.